Wist je dat? Verbinding is nodig voor je gezondheid!
Een gevoel van isolement, van je niet verbonden voelen, niet erbij horen – dit is een groter risico voor de gezondheid dan overgewicht of roken! Zo vertelde Chris Germer op het laatste Festival voor Compassietrainers. Mensen krijgen het steeds drukker, er komen veel prikkels op ons af, we hebben veel ballen in de lucht te houden. We besteden veel tijd aan plannen, organiseren van onze taken, en komen onvoldoende tot rust. Dit probleem is het speerpunt van de mindfulnesstraining. We hebben daarnaast ook steeds meer communicatiemiddelen die voor veel prikkels en afleiding zorgen. Gek genoeg voelen steeds meer mensen zich toch eenzaam of geïsoleerd. We hebben het gevoel er alleen voor te staan, hebben het idee dat we anders zijn, of we voelen ons op zijn minst afgezonderd in onze worstelingen. Dit probleem is een speerpunt in de compassietraining.
Verbondenheid is een basisbehoefte De behoefte aan contact, aan echt contact, aan gezien worden, gehoord worden; erbij horen, er mogen zijn, te midden van anderen. Je geliefd en gewaardeerd voelen. Dit zijn basisbehoeften. Ieder mens (of nou ja, bijna ieder mens) heeft deze behoeften. Dit heeft een biologische basis Het is biologisch ingebakken, en we voelen ons beloond en veiliger als we nabijheid ervaren. Zonder deze biologisch verankerde behoefte en dit gevoel van voldoening als we nabijheid ervaren, zouden we ieder voor zich door het leven wandelen.
Een beetje als schildpadden. Op de Galapagos Eilanden leven reuzenschildpadden. Het vrouwtje komt uit de zee, en legt op het strand duizenden eitjes. Daarna gaat ze weer de zee in en zwemt weg. Als de eitjes uitkomen zijn er opeens duizenden kleine schildpadjes, die allemaal naar de zee proberen te komen. Ieder voor zich. Dat is nog niet eenvoudig, want de zeevogels zijn dol op jonge schildpadjes. Die cirkelen boven het strand en eten heel wat van de jonkies op. Er is maar een klein deel dat veilig de zee bereikt.
Hoe anders is dat bij zoogdieren, bij mensapen, bij honden – en bij mensen. Als een jong zoogdier verlaten wordt vlak na de geboorte dan overleeft die dat meestal niet. Zeker mensenbaby’s: die hebben 10 tot 20 jaar nodig om zelfstandig door het leven te kunnen. Stel je voor dat vaders en moeders net als de schildpadden de benen zouden nemen wanneer de kinderen piepklein zijn? Stel je voor dat de kleine kinderen er niet om zouden geven om in de buurt van hun ouders of andere mensen te blijven, maar gewoon naar zee zouden gaan? Dat doen we niet, omdat wij mensen (maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld mensapen), biologisch zijn toegerust om nabijheid te zoeken. Ons brein, ons hormoonsysteem, zijn hierop ingericht. Er is een biologische push om in groepen of gezinnen te leven, om getroost te worden door de warmte, de aanraking, het gezelschap van een ander wezen in de buurt.
Eerder zei ik dat dit niet alleen voor mensen geldt. Kijk maar eens naar een nest jonge honden…
Of lees over dit huiveringwekkende onderzoek. Jonge aapjes werden bij hun moeder weggehaald en in een kooi gestopt. In die kooi waren 2 ‘nepmoeders’, twee cilinders gemaakt van een soort kippengaas. De ene nepmoeder was bekleed met een vachtje. De andere was kaal, alleen metaal, maar er was een fles waar de aapjes melk konden drinken. Wat gebeurde er? De aapjes zaten de hele dag op de nepmoeder zonder melk maar met vachtje. Alleen heel af en toe liepen ze naar de andere om melk te drinken, maar de rest van de dag zaten ze weer bij het vachtje. Dit experiment illustreert de behoefte aan nabijheid. Nou zijn wij mensen natuurlijk nog weer wat complexer – wij brengen hele delen van ons leven alleen door, bijvoorbeeld achter een computer, in een atelier of wandelend naar Santiago de Compostela. Het bijzondere is dat je je hierbij evengoed verbonden kunt voelen (zoals ik nu met jou en de andere lezers terwijl ik dit artikel schrijf), of juist alleen en niet verbonden.
Of je je verbonden voelt of geïsoleerd kan van veel dingen afhangen, zoals je hechtingsstijl (hierover een andere keer meer), maar ook van je vermogen tot compassie en zelfcompassie.
Zelfcompassie betekent dat je je eigen behoeftes opmerkt en erkent, waar mogelijk vervult; dat je jezelf kunt troosten en opvangen; je jezelf liefdevol kunt motiveren; en dat je je verbonden voelt. Met anderen. Met jezelf. Het helpt als je dit in je jeugd hebt geleerd – maar je kunt het ook later nog ontwikkelen. Zie de oefening aan het eind van deze nieuwsbrief
Wat mensen soms zeggen na een training in ( zelf-)compassie:
Wil je meedoen aan een Zelfcompassietraining? Einde augustus kan je alweer beginnen! |
© 2022 Hende Bauer/Centrum voor Mindfulness Den Haag, alle rechten voorbehouden
ALS JE WILT KUN JE DIT ARTIKEL GEBRUIKEN IN EEN TIJDSCHRIFT, WEBPAGINA OF NIEUWSBRIEF als je deze tekst erbij zet met een werkende link naar de website: “Door Hende Bauer van het Centrum voor Mindfulness Den Haag, www.centrummindfulness.nl.”